PromZ Magazine 3-2020

38 D uurzame kleding zit toch net even wat lekkerder. Er is op dit vlak nog veel winst te behalen. Want zoals veel mensen wel weten is de textielsector een van de meest vervuilende industrieën in de wereld. Er worden enorme hoeveelheden water en bestrijdingsmiddelen verbruikt en de uitstoot van CO2 is hoog. Naast de milieu-impact zijn de arbeidsomstandigheden in verschillende textielproducerende landen een punt van zorg. Dat biedt ook kansen om het ver- schil te maken. Bij de trend naar duurzamere kleding gaan regulering en de vraag van bedrijven hand in hand, meent Michiel van Yperen. Hij is transitionmanager van MVO Nederland, een netwerk van zo’n tweeduizend aangesloten bedrijven, waaronder corporates als BAM, AH en Ikea. Meer nog dan bij de consumentenmode merkt Van Yperen dat de vraag verandert als het gaat om bedrijfskleding en promotioneel textiel, vooral bij partijen die zelf duurzaam- heidsbeleid hebben geformuleerd. “Dat vertaalt zich ook in de kleding die ze bestellen.” Daarnaast zijn bedrijven volgens hem bereid om hier meer in te investeren, omdat ze met een goed verhaal hun marketingdoelstellingen kunnen invullen. Aardverschuiving De overheid jaagt meer duurzaamheid aan door te verlangen dat er meer transparantie komt in de keten. “Daarvoor ligt initiatief- wetgeving in Europa”, zegt Van Yperen. “Een andere belangrijke ontwikkeling is de ‘uitgebreide producentenverantwoordelijk- heid’. Dat betekent dat er een soort afvalheffing op kleding moet gaan gelden. “Vergelijk het maar met de verwijderingsbijdrage op elektrische apparaten. Het kan zijn dat je de kleding die je hebt verspreid ook weer moet gaan innemen. Dus als je duizend petjes in de markt gooit, ben je ervoor verantwoordelijk – zelf of via een Duurzaam textiel, dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Er zijn ontzettend veel ontwik- kelingen, ook in promotionele kleding. PromZ Magazine maakt de balans op. Een stand van zaken en een blik op de toekomst. Duurzaam textiel staat je netjes DOOR ALLARD FREDERIKS sorteerder – dat die petjes na gebruik weer terugkomen. Dit wordt wel een aardverschuiving; je kunt niet meer zomaar spullen over de markt uitstrooien zonder na te denken over de afdankfase.” De bedrijven binnen het netwerk van MVO Nederland leggen de nadruk op innovatie, stelt Van Yperen. “We kijken vooral naar de kansen. Wat zijn andere verdienmodellen? Dan kom je al snel uit op de circulaire economie.” Van de kledingafvalberg is de helft herdraagbaar. “Dat is kleding die kan worden verkocht op de tweedehands markt. De andere helft wordt in de beste gevallen gerecycled tot vilten platen, als isolatie in auto’s of in wasmachines. Maar het grootste gedeelte wordt vernietigd in de verbrandingsoven.” Remco Dupuis begon twee jaar geleden met Goodfuture, leveran- cier van duurzame bedrijfskleding. Zijn bedrijf is ook aangesloten bij MVO Nederland. Duurzaamheid begint volgens hem met de arbeidsomstandigheden. “Er moeten rapportages zijn die inzich- telijk zijn en er moeten controles zijn door organisaties als Fair Wear Foundation.” Ook moet de kleding kwalitatief goed zijn, in de zin dat mensen er langer mee kunnen doen. Dat heeft te maken met de materiaalkeuze. Belangrijke houvast In die zin komt de textielindustrie er niet zo goed vanaf, weet Dupuis. “Voor één shirtje uit normaal katoen is vierduizend liter water nodig. En een jeans kost tienduizend liter water. Dan wor- den er nog veel bestrijdingsmiddelen gebruikt om de gewassen te laten groeien en moet het ook nog worden geverfd.” Goodfuture werkt met kleding uit biologisch katoen, bamboe, gerecycled katoen en gerecycled polyester. De certificering is daarbij een belangrijke houvast, erkent hij. “We werken samen met een aan-

RkJQdWJsaXNoZXIy NDcxNDY5