Werkkleding is in veel organisaties een vast onderdeel van de uitgaven. Denk aan veiligheidsschoenen, uniformen of representatieve kleding. Maar hoe zit het eigenlijk met de aftrekbaarheid bij de belasting?
De Belastingdienst maakt onderscheid tussen werkkleding en gewone kleding. Alleen wanneer kleding aan duidelijke voorwaarden voldoet, mag je de kosten aftrekken. Het gaat om twee situaties:
-
Kleding met een (duidelijk) bedrijfslogo
Het logo moet minstens 70 cm² groot zijn en op de kleding zichtbaar zijn aangebracht. Denk aan polo’s of jassen met een bedrukt of geborduurd logo. -
Kleding die uitsluitend geschikt is voor het werk
Dit geldt bijvoorbeeld voor een overall, helm of veiligheidsschoenen. Deze kleding kun je niet zomaar privé dragen en is dus volledig aftrekbaar.
Wat is 70 cm² in de praktijk?
De oppervlakte van 70 cm² valt bijvoorbeeld te realiseren met:
-
Een logo van 10 cm × 7 cm
-
Of twee logo’s van elk 35 cm², bijvoorbeeld een op de borst en een op de mouw
Creatieve oplossingen om toch aftrekbaar én stijlvol te blijven
Er zijn slimme manieren om de logo-eis te combineren met een fraai ontwerp:
-
Ton‑sur‑ton logo’s: licht contrasterend of zelfs in dezelfde kleur als de kleding, zodat ze minder opvallen, maar wél voldoen
-
Verdeling over meerdere posities: zoals borst én rug, of borst én mouw
-
Geen logo nodig als de kleding daadwerkelijk achterblijft op de werkplek (zoals via kleedruimte met lockers), waardoor privé‑gebruik onmogelijk is
Kies je voor representatieve kleding zonder logo – bijvoorbeeld een net pak – dan is dit niet aftrekbaar.
Voor inkopers en marketeers betekent dit: denk bij de bestelling van bedrijfskleding niet alleen aan uitstraling en kwaliteit, maar ook aan fiscale voordelen. Een subtiel logo kan al het verschil maken tussen aftrekbare en niet-aftrekbare kosten. Zo combineer je branding met een slimme kostenbesparing.