Vraagtekens bij certificering | PromZ

Vraagtekens bij certificering

Afgelopen vrijdag plaatste het FD een artikel over vermeende greenwashing van met name grote concerns aangaande het gebruik van het B Corp certificaat. Het balletje kwam aan het rollen toen Matt Earley van koffiebedrijf Café Campesino de B Corp certificering van multinational Nespresso in twijfel trok, samen met nog 30 andere kleinere bedrijven die het B Corp certificaat met trots dragen. Nespresso zou betrokken zijn (geweest) bij kinderarbeid, een slechte relatie hebben met boeren vanwege onderbetaling en het niet zo nauw nemen met de rechten van arbeiders in diverse fabrieken.

Critici zeggen dat er 3 belangrijke hiaten in de toelatingsprocedure zitten. De benodigde 80 punten om een certificering te krijgen zouden te laag zijn, de vragen zouden nauwkeuriger gesteld moeten worden en het zou niet meer mogelijk moeten zijn om onderwerpen waarop slecht gescoord wordt (bijvoorbeeld milieu) te compenseren met een andere categorie (bijvoorbeeld klanten).

Esther Smit van Oxious die onlangs het certificaat kreeg toebedeeld, reageerde zaterdag als volgt op Linkdin: “Heb er ook moeite mee de grote merken die net iets meer dan 80 punten behalen als B Corp zich in persberichten meteen naast Patagonia zetten. Dat voelt voor mij ook alsof B Corp idd wordt gebruikt voor greenwashing. Volgens mij is het sentiment onder het artikel in het FD dat als je aan B Corp denkt en wat het uit wil stralen, dat iets is van: Oh, als je dat hebt, dan ben je als merk goed voor mens en milieu.
B Corp toetst inderdaad intensief op: Environment, Workers en Community. Dat zijn de onderdelen die gevoelsmatig de kern raken van waar het om moet gaan bij B Corp. Daar scoren wij als Oxious, maar ook Mud Jeans , Patagonia en de intrinsiek gemotiveerde bedrijven die nu kritiek hebben hoog op.
Echter toetst B Corp ook op twee andere peilers: Customers and Governance. Die gaan meer over procedures en privacy. Als je daar hoog scoort kun ook B Corp worden. Daardoor staan er bedrijven tussen die er gevoelsmatig niet bij horen, zoals in dit geval Nespresso en Evian. Ik heb hetzelfde probleem met andere keurmerken als Ecovadis. Er zijn partijen die Ecovadis Gold of Platinum hebben maar nauwelijks iets doen aan waar het bij duurzaamheid gevoelsmatig om gaat. Dus goed dat de discussie aangezwengeld wordt. Heb regelmatig discussies over keurmerken. Het is een utopie om te denken dat als ergens een keurmerk op staat het ok is: BSCI, BCI, FAIRTRADE, GOTS noem ze maar op. Er is levendige handel in certificaten die niet echt zijn, audits worden van tevoren aangekondigd zodat op die momenten geen kinderen in de fabriek werken uiteraard. Intrinsieke motivatie om het anders te doen is de enige echte peiler en het enige echte keurmerk. Het moet normaal worden dat je fatsoenlijk onderneemt, het moet in het DNA komen van ieder bedrijf.”

Volgens Anne Pleun van Eijsden, oprichter van Paper on the Rocks, die al enige tijd het B Corp certificaat heeft is dit een bekende discussie die ook al werd gevoerd toen Danone B Corp werd. “Vanuit B Lab zijn er nu heel veel wijzigingen doorgevoerd; ze luisteren naar de zorgen van de community en met name de kleinere bedrijven. Het dubbele is dat alle bedrijven die zijn aangesloten baat hebben bij dit gedoe. De grote dat ze er bij mochten, de kleintjes dat ze nu aandacht krijgen (Dopper vs. Evian bijvoorbeeld). Greenwashing is altijd en overal een risico. Ook hier natuurlijk bij B Corp. Maar nu ze gaan eisen dat je elk jaar moet groeien qua score en nu ze ook sociale eisen gaan stellen (slavernij verbod etc.) is dat echt een goede stap voorwaarts en een indicatie dat dit certificaat wil leren en meegroeien met waar de wereld heen moet.
B Corp wordt vaak in hetzelfde rijtje gezet als elk ander certificaat. Mijns inziens is B Corp vanaf de start ook gericht op het vormen van community van bedrijven die samen optrekken en verandering brengen. Dat gaat altijd met horten en stoten. Je brengt elkaar verder door continu overleg te hebben over hoe het beter kan, waar de blinde vlekken zitten etc. Iedere organisatie van mensen heeft blinde vlekken en maakt fouten. Daar moeten we compassie voor hebben. Je kunt dat intern met elkaar oplossen. De pers opzoeken en mensen zo uit willen sluiten is de ‘easy route’. Het is een soort ‘wie is het heiligste’ verhaal, zonder in te zien dat het ook om de eerste stappen gaat.
Die kleine bedrijven kunnen zich op de borst kloppen hoe fantastisch zij dat kleine project hebben gestart, maar ze gaan voorbij aan dezelfde discussie die zes jaar geleden al liep met Danone: Danone heeft slagkracht. Zij kunnen doordat ze scherp zijn gesteld op het behalen van meer punten in de BIA, gaan bekijken waar ze bijvoorbeeld hun melkboeren kunnen betalen om te verduurzamen. Als we de grote bedrijven er per definitie niet bij willen hebben blijf je in dit huidige systeem altijd maar een kleine luis in de pels, zoiets als Fairtrade. Prima als je dat zou willen, maar dat is nooit de intentie van B Lab geweest volgens mij.”

Die zogenaamde infighting is volgens Van Eijsden echt een groot probleem. “Net als de borstklopperij over wie dit het beste doet. Het gaat er om dat je elkaar scherp kunt houden en samen die B Corp certificering laat groeien en vooral afscheid neemt van dat ego driven ondernemen gebaseerd op alleen de waarde ‘geld’. Het feit dat B Lab aanpassingen doet laat zien dat ze snappen dat je niet start met een holy grail certificaat. Zij hebben ook nog veel te leren. Het zijn ook maar mensen. Dat schijnen we vergeten door de media op te zoeken en hoog van de toren te blazen dat dit niet kan.”

Zoals Van Eijsden aangeeft is B Corp bezig de toelatingseisen aan te passen per 2024. Ze zijn inmiddels al twee jaar bezig om dit zo zorgvuldig mogelijk te doen. Mijn inziens is er wel een probleem te vinden bij zo ongeveer elke vorm van certificering. Zoals Esther Smit zegt, er is een levendige handel in allerlei certificaten. En dan heb je ook nog met de praktijk te maken. Je kunt best een contract hebben met een bepaalde fabriek in bijvoorbeeld China die in het bezit is van alle benodigde certificaten. Maar wie kan checken of er geen onderaanbesteding plaatsvindt naar andere fabrieken? Helemaal nu we met zijn allen China niet inkomen en er zelfs binnen dat immense land vaak maar beperkt gereisd kan worden.
Toch moeten we niet alles afschieten. Wanneer we kijken naar sustainability binnen onze branche moeten we ons realiseren dat het met kleine stapjes zal gaan. Dat er tussenoplossingen komen, die later vervangen zullen worden door betere alternatieven. Bijvoorbeeld omdat materialen verbeteren, ketens circulair gemaakt kunnen worden of omdat we er als samenleving meer geld voor over hebben omdat we het prioriteit geven. Zo ben ik er persoonlijk heilig van overtuigd dat bijvoorbeeld elektrisch rijden op langere termijn niet dé oplossing is omdat we straks met een enorm accuprobleem zitten. Maar het effent wel de weg naar alternatieven als waterstof en synthetische brandstoffen.

Tot slot moet me nog van het hart dat er wel veel mensen zijn die kritiek hebben op anderen zonder zelf aan een oplossing te werken. Hoe vaak ik niet gehoord heb dat allemaal maar “links lullen en rechts vullen is”. Wat mij betreft is dat nu verleden tijd. Geen kritiek meer op bedrijven die zich met hart en ziel inzetten om deze aarde een beetje leefbaarder te maken en die niet alleen in de wedstrijd zitten om binnen een zo kort mogelijke tijd een villa in Spanje te bezitten. Die echt een betere wereld willen achterlaten voor de komende generaties. Natuurlijk mag je kritiek hebben, graag zelfs. Maar alleen als je zelf een wezenlijke bijdrage levert aan een oplossing en ervoor zorgt dat we met zijn allen die stap vooruit zetten. Wanneer we kijken naar certificering valt er op alle ‘uitgevers’ van die certificaten wel wat aan te merken. Laten we dat ook vooral blijven doen, om ze daarmee sterker en beter te maken. Dat is hard nodig, want hoe beter we onszelf reguleren, hoe minder reden voor de diverse overheden om dit te doen.